Skip to main content

Slechts een sporadisch lampje van een vissersboot verraadt menselijke activiteit in deze pikdonkere nacht op Het Kanaal. Tot ik een gorgelend geluid hoor, dat ik niet kan thuisbrengen.

Het duurt even voordat mijn brein – verdoofd van alle zeeziekte pillen en korte, onderbroken nachten (3 uur op, 3 uur af) waarbij het bed ook nog constant heen en weer kantelt – snapt wat er aan de hand is: er loopt water naar binnen.

Het duurt nóg een fractie van een seconde voordat ik weet wat de oorzaak is: het raam. Mijn raam. Met een bonkend hart stuiter ik naar beneden, mijn hut in. De nachtmerrie waarin ik wakker word, wordt werkelijkheid. Mijn kleren, mijn beddengoed, mijn tas: alles is nat. Snel sluit ik het venster, waarvan Hugo gisteren zei dat ik het kon openen. Hoe kan dit dan gebeuren?

Moet ik de slapende kapitein wakker maken met dit nieuws?

Even twijfel ik. De situatie is immers stabiel. Maar ik heb geen idee hoeveel water er onder mijn bed ligt, en of daar misschien elektronica of andere zaken liggen die beschadigd kunnen zijn als we niet nú actie ondernemen. Langzaam reikt mijn bibberende vinger naar zijn schouder.

“Hugo, we hebben water binnen gekregen”

De kapitein, die net als ik licht slaapt (het kan niet anders op zee), is gelijk klaarwakker en niet bepaald blij met deze boodschap

“Hoe dan?”

“Je zei toch gisteren dat ik dat raampje open kon zetten?”

Het maakt allemaal niet meer uit. Feit is dat we dit nu moeten oplossen, midden op zee

De stuurman vliegt door de kajuit, waarna een onafwendbare scheldkanonnade volgt. Deels tegen mij, deels tegen de loop van omstandigheden. Ja, ik had wel wat beter kunnen nadenken wélk raam ik open kon zetten. En tegelijkertijd had hij misschien wel beter kunnen uitleggen welk raam dat dan was. Het maakt allemaal niet meer uit. Feit is dat we dit nu moeten oplossen, midden op zee.

Mijn hele hut moet leeg. Tussen de matrassen en zeilkledij op het dek, kijk ik naar beneden hoe de kapitein probeert te redden wat er te redden valt. Zo’n 20 liter zout water pompt hij op tussen batterijen, die hij vervolgens grondig afdroogt en met een chemisch goedje behandelt. Terwijl de grijze dag aanbreekt bij Cap de La Haye, lijkt de initiële hysterie langzaam weg te ebben. Toch voelt het nog niet zo.

Net als na een heftige storm, kan het nog dagen duren voordat ook de zee en lucht weer rustig aanvoelen.