Skip to main content

De maartse miezerregen tovert de A9 om in een wazige ketting van koplampen. Auto’s en levens staan stil. Waarom ben ik hier? Waarom lig ik niet in de hangmat op Bali?

(luister dit verhaal ook als podcast:)

Ik kijk naar de Ford Fiesta naast me. Achter het stuur zit een dame van mijn leeftijd. Vermoeid typt ze iets in haar flikkerende smartphone. “Ik ben later bij squash. 47 minuten vertraging. Het staat weer helemaal vast bij Haarlem”

“All I need is a little time” hoor ik Beth Hirsh zingen, in het liedje van Air. “To get behind the sun and cast my weight”. In gedachten zie ik hoe die zon, achter dit dikke winterse wolkendek, onder gaat. Slechts een paar kilometer boven deze snelweg, ziet het er ongetwijfeld prachtig uit. Tegelijkertijd zie ik het ons allemaal niet zien.

Ben ik daar klaar voor?
Ik weet het niet
Heb ik er zin in?
Het zou een droom zijn die uitkomt

Ga ik werkelijk in zee met het voorstel van deze gasten? Om zoveel mogelijk zeewierburgers te verkopen? Om een bedrijf te bouwen? Om de komende jaren van mijn leven te wagen aan productontwikkeling, salesgesprekken en spreadsheets invullen? Om geen tijd meer te hebben voor maandenlange surftrips?

Vanbinnen wil ik eigenlijk wat anders: ik wil rustig beginnen. Goedkoop in mijn caravan blijven wonen. Doordeweeks wat surflessen geven, om mijn rekeningen te kunnen betalen. In het weekend op een marktje staan. Om burgers te verkopen, maar vooral om mensen te inspireren om met zeewier te gaan koken. En dan in de winter, als het festivalseizoen voorbij is, weer lekker lang op surftrip.

Dit aanbod is echter onmogelijk te weigeren. Deze gasten, eigenaars van een nieuw, duurzaam worstenmerk, zien het groot. Ze willen mijn producten promoten bij supermakrten en groothandels, waar ze nu ook al verkopen. Ik mag hun keuken gratis gebruiken voor het produceren en ontwikkelen van mijn burgers. Het enige dat ze vragen is: “ben je all-in?”

“all I need is peace of mind. And there I’ll celcebrate”

All-in. Wat betekent dat, all-in? Dat ik samen met hen een bedrijf mag bouwen. Ben ik daar klaar voor? Ik weet het niet. Heb ik er zin in? Het zou een droom zijn die uitkomt: Nederland aan het zeewier krijgen. Vertrouw ik die gasten? Daar ken ik ze nog te kort voor. Maar waarom willen ze zo snel? En waarom mag ik er maar 3 dagen over nadenken?

“All-in all, there’s something to live”

In mijn hoofd reis ik terug naar Australië. Waar diezelfde zon, die hier onzichtbaar onder gaat, op dit moment stralend op komt. Ik ga terug naar mijn schrift met quotes voor moeilijke momenten. Wijsheden die helpen bij het maken van grote beslissingen. De jaren verstrijken, maar de twijfels veranderen niet zoveel.

Tussen de lampen links van me, ontstaat een gaatje. Snel pak ik mijn kans.

Ik voeg in.