Skip to main content

Eindelijk is mijn kans gekomen. Zonder dat een mens me ziet, glip ik door de voordeur van het hostel naar buiten, de donkere avond in. Maar dan voel ik een ruk aan mijn backpack.

(luister dit verhaal ook als podcast:) 

Zoekend naar balans, val ik achterover op de grond. Daar staat hij, boven me. De man waaraan ik wil ontsnappen.

“Where do you sink you are going?”

vraagt hij suggestief, met een zwaar Duits accent. Zijn sarcastische lach spreekt boekdelen: ik heb hier te maken met een lunatic. Zo niet een psychopaat. Niemand ontsnapt aan Wolfgang.

“Ik kreeg een sms van mijn werkgever. Het geld zou op mijn rekening moeten staan”

lieg ik. Want ook Wolfgang neemt het niet zo nauw met de waarheid. Eergisteren reed ik een minuscuul deukje in zijn 25 jaar oude Toyota Landcuiser. Op een parkeerplaats ergens tussen Darwin en Broome parkeerde ik tegen een prullenbak. Niet omdat ik zelf een fout maakte, maar omdat hij me opdroeg om verder achteruit te rijden. Vervolgens bepaalde de Oostenrijker zelf de schade: 250 euro.

Sindsdien volgt Wolfgang me. Naar mijn hostel, waar hij in het bed naast me slaapt. Naar de supermarkt. Naar het strand. Zelfs naar de wc. Zijn Landcuiser moet tot in de perfectie hersteld worden. En ik – zo bepaalt hij – moet daarvoor opdraaien.

Terwijl ik overeind krabbel, verzin ik een list.

“Kom, we gaan naar de pinautomaat”

Het alternatief is mijn laatste geld uitgeven
aan de waanzin in zijn hoofd. Ik huiver bij die gedachte,
nog meer dan bij zijn voorstel

Ik zie zijn spleetogen oplichten. Eindelijk geld! We stappen in zijn oude, tot in de puntjes verzorgde terreinwagen. In het spaarzame licht van de straatlantaarns rijden we richting de lokale bank. Daar haal ik mijn pinpas tevoorschijn. Mijn Nederlandse pinpas. Na het invoeren van de code kijk ik eerst de automaat, en vervolgens mijn stalker, niet-begrijpend aan.

“Hoe kan dat nou?”

Zijn spleetogen knijpen zich fronsend samen, niet wetende dat het geld op mijn andere, Australische rekening binnenkomt. Hier krijg ik al 3 maanden lang geen cent meer mee uit de muur. In de stilte die ontstaat, hoop ik dat hij inziet dat er bij mij voorlopig geen geld te halen valt. Dat hij daarom zijn manische achtervolging beter kan staken. Blijkbaar ken ik hem nog niet goed, want het tegenovergestelde gebeurt.

“I have an izhea: Tomorrow, you come wizth me. We drive to Exmoutzh. Zhis takes one week. Zhere, you can pay”

Nog een week bij Geldwolfgang in de auto? Nog een week zoals vorige week, in zijn “Cheap Outback Express? Net als vorige week, samen met een aantal andere backpackers tegen betaling reizen, koken en kamperen? Om er in de middle of nowhere achter te komen dat deze man echt gestoord is?

Het alternatief is mijn laatste geld uitgeven aan de waanzin in zijn hoofd. Ik huiver bij die gedachte, nog meer dan bij zijn voorstel. Bovendien geeft zo’n reis me een extra week om een nieuwe list te verzinnen.

Dus stem ik toe.

In het weinige licht van het scherm en de maan, lijkt de maniak tevreden met mijn antwoord. Een rilling trekt over mijn rug. Misschien ben ik wel net zo gek als hij.