Skip to main content

‘Verboden te fietsen’ zegt het bord. Als we het vakkundig negeren, blijkt waarom. Met 100 kilometer per uur razen de auto’s en vrachtwagens tussen betonnen vangrails voorbij. Een vluchtstrook is er niet. En nu?

(luister dit verhaal ook als podcast:)

 

Myrthe googlet en zucht: “de eerstvolgende brug voor fietsers is 40 kilometer de andere kant op. Dus 80 kilometer omrijden”. Het laatste wat we kunnen gebruiken is een dag langer fietsen. We liggen al achter op schema. Het enige wat we moeten doen, is hier de Seine oversteken.

Op de rotonde zien we trucks af en aan rijden. Zelden zit er een personenauto of een busje tussen. “Ik heb een idee” grijns ik. “Geef dat papieren zakje van dat stokbrood eens”

Ongelovig bekijkt Myrthe wat ik van plan ben. “Nee, je gaat toch niet…”

Na nog een rondje rotonde
komt de Scania sissend tot stilstand.
De tijd is beperkt, we moeten snel handelen.

Met dikke letters schrijf ik AUTRE COTÉ DU PONT op het dunne witte papier.

“Haal de bagage maar vast van de fietsen” roep ik, half grappend, half serieus.

“Toine, kom op, we hebben al niet zoveel tijd. De kans dat dit lukt is zo klein”

“Vijf minuten. En anders proberen we iets anders”

Myrthe loopt naar het viaduct, om opzichtig tegen een pijler aan te gaan leunen. Niet omdat ze in mijn plan gelooft, maar om van de show te genieten. Ik zal haar niet teleurstellen.

“TOOOEEEEETTTTTT”

Een enorme vrachtwagen zonder oplegger rijdt langs ons. Ik zie de onderarm van de chauffeur een ronddraaiende beweging maken. Trots kijk ik achterom. “Volgens mij hebben we al beet”

“Maar hoe…?”

Na nog een rondje rotonde komt de Scania sissend tot stilstand. De tijd is beperkt, we moeten snel handelen.

“Haal jij de bagage van de fietsen? Dat kun je bij de bestuurder neerleggen!” roep ik, boven het motorgeweld uit. De trucker mompelt iets semi-verstaanbaars in het Frans, en trots laat ik hem mijn sjorbanden zien. Dan steekt hij zijn duim op. Binnen twee minuten zitten we met al onze fietstassen in de cabine. De fietsen liggen strak vastgebonden op het metalen frame achter ons, waar normaal de opleggers aan worden gekoppeld.

“Best een goed idee toch, een paar sjorbanden meenemen?” grijns ik, als de bestuurder ons een brug later weer afzet.

“Om die hangmat op te hangen, waar je nooit in ligt?” plaagt een opgeluchte Myrthe me.

Terwijl we een Hans en Grietje- achtig landschap binnenfietsen, vol huisjes met scheve puntdaken, die als paddestoelen lukraak uit de dicht beboste heuvels schieten, komt die mogelijkheid voor het eerst tijdens onze volle reis in me op. We hebben in 5 minuten een hele dag bespaard. Dan kan ik – zelfs nu we achter liggen op schema – vanavond wel een extra uurtje tussen 2 bomen hangen.